Diagnose klepverstelling

Diagnose klepverstelling

Diagnose klepverstelling

De Mini is vanaf 2007 uitgevoerd met verschillende klepverstellings-systemen. We krijgen steeds vaker Mini’s in onze werkplaats met problemen op deze systemen. In dit artikel leggen we uit welke systemen erop zitten en wat voor problemen er zoal voorkomen.

De Mini modelserie R56 (R55, R56, R57 etc) en modelserie F56 zijn uitgevoerd met deze systemen.

VANOS

VANOS is een afkorting voor het duitse variable Nockenwellensteuerung. Met dit systeem kan de ECU de hoek van de nokkenas verstellen ten opzichte van de krukas. Hiermee kan o.a. de klepoverlap veranderen als het toerental verandert, waardoor de motor meer koppel onderin heeft zonder dat dit vermogen bovenin kost. Daarnaast kan de motor ook zuiniger lopen bij lage belastingen.

Het VANOS systeem werkt d.m.v. een speciaal nokkenastandwiel, welke door oliedruk de nokkenas kan verdraaien ten opzichte van de ketting. De olie komt van de oliepomp en wordt via een magneetventiel en verschillende kanalen naar het nokkenastandwiel geleid. De verdraaiing wordt vervolgens gemeten door de nokkenassensor, zodat de ECU de positie kan regelen.

De Mini One en Mini Cooper hebben zowel VANOS op de inlaat- als uitlaatnokkenas sinds 2007. De Cooper S heeft vanaf 2007 VANOS op de inlaatnokkenas, en vanaf 2010 VANOS op zowel de inlaat- als uitlaatnokkenas.

Valvetronic

Valvetronic is een systeem waarmee de ECU de kleplichthoogte van de inlaatkleppen kan verstellen. In principe vervangt de Valvetronic hiermee de gasklep, maar o.a. vanwege veiligheidsredenen zit er nog steeds een gasklep op Mini’s met Valvetronic. Het Valvetronic systeem maakt de Mini veel zuiniger.

De Valvetronic werkt met een excentrische as, welke een soort tuimelaar verschuift. De excentrische as kan verdraaid worden door een elektromotor, en de positie van deze as wordt door een sensor uitgelezen.

De Mini One en Mini Cooper hebben Valvetronic sinds 2007. De Cooper S heeft Valvetronic sinds 2010.

Problemen

Er zijn veel problemen met deze systemen, en omdat ze nauw samenwerken is diagnose hieraan vaak niet eenvoudig. We hebben hier regelmatig Mini’s gehad waar andere garages niet uitkwamen. Als er bijvoorbeeld een probleem in één van deze systemen zit, dan springt de Mini in noodloop waarbij hij beide systemen uitschakelt. Op dat moment is het ook niet meer mogelijk om de nokkenaspositie uit te lezen. De foutcodes zijn vaak niet specifiek genoeg om de oorzaak te achterhalen.

Vaak heeft een probleem met een van deze systemen een mechanische oorzaak, maar toch zien we regelmatig dat andere garages onnodig sensoren gaan vervangen. Voor diagnose is het van belang om de juiste apparatuur in huis te hebben, zowel mechanisch als elektronisch, zodat de signalen gemeten kunnen worden en er niet gegokt hoeft te worden of een sensor defect is.

Diagnose

Voor diagnose van deze systemen is het van belang dat de juiste apparatuur gebruikt wordt. Universele uitleesapparatuur kan vaak bijvoorbeeld niet de inleerprocedure uitvoeren (“inleren”) of de actuele verstelling laten zien. Zelfs de dealer apparatuur kan bij Mini’s vanaf 2010 niet de actuele verstelling laten zien. Daarnaast is een oscilloscoop vaak nodig, onder andere omdat de werkelijke nokkenaspositie niet uit te lezen is als de ECU in noodloop staat, en om te controleren of de ECU de systemen goed aanstuurt.

Daarnaast is het van belang om de juiste (mechanische) gereedschappen in huis te hebben, bijvoorbeeld om de nokkenassen op tijd te zetten en om de Valvetronic veren te (de)monteren.

Omdat we al veel problemen met deze systemen hebben opgelost, weten we precies hoe ze werken en waar we kunnen meten. We hebben alle onderdelen van deze systemen op voorraad, dus we kunnen vaak snel het probleem oplossen en de klant betaalt nooit voor onderdelen die alleen ter controle vervangen worden.

Categories: